De geïntegreerde woonbonus wordt vaak kortweg “woonbonus” genoemd, maar is eigenlijk een stuk uitgebreider. Niet enkel de vroegere woonbonus zit erin, maar ook een belastingvermindering op langetermijnsparen, én een belastingvermindering voor gewone interesten. Die laatste twee zijn niet meer van toepassing voor iedereen die een hypothecaire lening aanging vanaf 1 januari 2016. Bovendien geldt de woonbonus niet enkel op je eerste woning, ook wanneer je investeert in een tweede verblijf pik je een graantje mee. Ontdek hier wat dat concreet wil zeggen.

De woonbonus thuis

Voor je eerste woning is de regeling heel eenvoudig. Je vraagt de geïntegreerde woonbonus aan, en betaalt daarna minder belastingen gedurende de volledige looptijd van je hypothecaire lening. De exacte vermindering wordt berekend op elke belastingplichtige die deelneemt aan de lening. Ben je een koppel dat samen een huis koopt en de lening afbetaald? Dan bekijkt de fiscus jullie individuele staat.

Vanaf 1 januari 2016 ontstond de nieuwe geïntegreerde woonbonus uit:

  • De woonbonus
  • De belastingsvermindering voor het lange termijnsparen
  • De belastingvermindering voor de gewone interesten

De belastingvermindering voor het langetermijnsparen en de gewone interesten is niet meer van toepassing sinds 1 januari 2016. Je krijgt dus de nieuwe samensmelting van de drie, in de geïntegreerde woonbonus. Sloot je je lening af voor 1 januari 2016? Dan blijft alles hetzelfde.

Voorwaarden

Zoals bij alle fiscale voordelen, kom je pas in aanmerking voor de geïntegreerde woonbonus als je aan bepaalde voorwaarden voldoet.

  • Uw lening moet afgesloten zijn na 1/01/2016
  • U heeft een lening die hypothecair ingeschreven is
  • Uw kredietinstelling is gevestigd in de EER (Europese Economische Ruimte)
  • Uw afbetalingsplan loopt over minimum 10 jaar
  • De woning moet de eigen woning zijn van de belastingplichtige op het ogenblik dat de uitgaven gemaakt worden.

Hoe?

De belastingvermindering geef je simpelweg aan op je belastingaangifte. Door bij de de juiste rubriek het bedrag van je interesten en kapitaalaflossingen aan te geven, is de zaak al geklonken. Om alles in gang te zetten, kan je fiscale attesten aanvragen bij je kredietinstelling. Dat zijn de enige bewijzen die nodig zijn om alles helemaal in orde te brengen. Je attesten kunnen worden opgestuurd, of je kan ze gaan afhalen. Je voegt ze daarna bij je belastingaangifte, en klaar.

Bedrag

Bij een eigen en enige woning verandert de woonbonus concreet helemaal niet. Er bestaat wel een verschil tussen leningen die werden aangegaan voor 1 januari 2015, en leningen met een startdatum tussen 1 januari en 31 december 2015. In 2015 sloeg de berekening namelijk nog niet op tweede verblijven. Vanaf 2016 wel.

Voor 1 januari 2015 had de woonbonus een basis van € 2.280. Dat bedrag kon tijdens de eerste 10 jaar van de lening nog verhoogd worden met € 760. Als je bij de start van je lening ook nog eens 3 kinderen of meer ten laste had, kreeg je er nog eens € 80 bovenop. Concreet werd er een vermindering van 40% gerekend op je uitgaven. Als je het maximum genoot, betaalde je maar liefst € 1.248 minder.

Vanaf 1 januari 2015 trad het nieuwe systeem al deels in werking, en veranderde het bedrag. Hoewel die dus pas op 1 januari 2016 in officieel volledig vernieuwd werd met tweede verblijven inbegrepen, kon je al een jaar ervoor dezelfde berekening maken voor je eerste woning. De rekensom veranderde niet, het basisbedrag wel. Het nieuwe bedrag van € 1.520 kreeg dezelfde bijkomende bedragen als het oude met zich mee. Als we diezelfde som met het aangepaste bedrag maken, eindigen we met een belastingvermindering van maximum € 944. Iets minder, maar niet min.

woonbonus tweede verblijf

Voor 1 januari 2016 kwamen tweede verblijven helemaal niet in aanmerking voor een woonbonus. Om als eigen woning geregistreerd te worden, was er toen een domicilie nodig. Zoals je eerder las, veranderde de woonbonus voor eerste verblijven al in 2015. Tweede verblijven moesten nog een jaartje wacht. Sinds de verandering verloopt het proces voor een tweede verblijf helemaal hetzelfde als voor je eerste.

VOORWAARDEN

De voorwaarden van de woonbonus voor je tweede verblijf zijn sinds 2016 hetzelfde als die van je eerste verblijf. Daarvoor was dat niet het geval, aangezien een tweede verblijf niet werd gezien als een eigen woning zonder domicilie. Bovendien werd je niet enkel een woonbonus ontzegd, bij aankoop van een tweede woonst werd de verhoging van je eerste woonbonus weggenomen. Ook dat is niet meer het geval. De geïntegreerde woonbonus verloopt nu dus helemaal hetzelfde voor je tweede woning als voor je eerste.

WOONBONUS: HOE AANGEVEN?

Ook bij je belastingaangifte is er sinds januari 2016 geen verschil meer. Je vraagt gewoon dezelfde papieren en attesten aan als voor je eerste woning, en vermeld die op de juiste plaats. Geen moeilijke procedures, gewoon het proces dat je kent van je eerste eigendom.

BEDRAG

Net zoals de voorwaarden, zijn ook de bedragen hetzelfde sinds januari 2016. Het ingewikkelde systeem van vroeger is dus zodanig aangepast dat je gewoon het exact zelfde proces herhaalt voor beide woningen. Heel eenvoudig, heel voordelig, heel erg iets voor jou.

Weet je graag meer? Dan kan je een diepgaande analyse van de geïntegreerde woonbonus bekijken. Houd je het liever simpel? Raadpleeg dan de gids over de woonbonus van het Vlaamse Gewest.

UPDATE 2020:

Sinds 1/1/2020 is de bovenstaande woonbonus volledig uitgedoofd. De Vlaamse regering besloot om de woonbonus af te schaffen en een verlaging van de registratierechten door te voeren. Meer info kan je hier terugvinden.